Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [128]hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over [129]Babel; want van het [130]noorden [131]zullen haar de verstoorders aankomen, spreekt de HEERE. 128. Vergelijk Openb.12:12, en Openb.18:20, en Openb.19:1, enz. 129. Dat is, over Babels ondergang. 130. Zie boven hfdst.50 vs.3. 131. Hebreeuws, zal haar verstoorders, enz.; dat is, allen en ieder van degenen, die haar verstoren zullen.